Octavia Hill
Octavia Hill (1838-1912) werkte in 1864 als onderwijzeres en kunstenares in de Londense achterbuurten. Ze ontdekte dat de woonsituatie van de allerarmsten er de voornaamste oorzaak van was dat ze zich niet konden verheffen uit hun ellende van armoede, ziekte, werkloosheid en leven in afgrijselijke woonsituaties. Je moest volgens haar als medemens eerst zorgen voor een verzorgde woning met licht, lucht en ruimte en met buren die rekening met elkaar houden. Dat was een basis waarop je voort kunt bouwen.
Octavia Hill kreeg van kunstcriticus John Ruskin het geld om haar eerste blok huizen te kopen. Elke week haalde ze daar zelf de huur op en besprak ze met haar huurders voorkomende moeilijkheden. Huisvesting was volgens Hill de basis, maar ook het vertrekpunt voor andere activiteiten: aanleg van tuinen, een speelplaats voor de kinderen, excursies, sociaal-cultureel clubwerk. Ze ging zelf ook in East End wonen en bouwde achter haar huis lokalen waar zij weekend- en avondclubs organiseerde, voor kinderen, mannen, vrouwen en ouderen. Door een zorgvuldig woningbeheer kon zij een rendement van 5% rente behalen op het geïnvesteerde kapitaal. Ze wilde niet afhankelijk zijn van filantropie. Daardoor werden haar woningprojecten (met woningverbetering in plaats van nieuwbouw) aantrekkelijk als belegging. Zij bouwde zo haar bereik uit, wierf meer fondsen en creëerde meer en meer draagvlak voor haar aanpak. Zij leidde tientallen vrouwen op die als sociaal werkers in de praktijk geschoold werden.
Met die aanpak werd ze tot ver buiten het verenigd Koninkrijk bekend. Louise Went ging een tijdje naar Octavia Hill om te leren hoe zij de woningproblematiek aanpakte en als woningopzichteres werkte. Ook op anderen in Nederland had haar werk grote invloed.
bron: Wikipedia.